Joost van der Gaarden schreef dit jaar voor de studie Geschiedenis aan Universiteit Leiden zijn bachelorsscriptie over OCD. Hij onderzocht hoe dwangstoornissen, -symptomen en -patiënten in de Nederlandse kranten en dagbladen benaderd en beschreven werden van 1892 (ongeveer het moment dat zaken gerelateerd aan dwang voor het eerst in de kranten opduiken) tot 1966 (moment van ontwikkeling exposure en responsepreventie therapie).
Dwang- en obsessieve stoornissen werden door de eeuwen heen verschillend benaderd. Lang geleden dacht men dat de patiënt door een demon of duivel werd bezeten. Deze benadering veranderde toen er meer kennis kwam over het zenuwstelsel en het vakgebied van de psychologie zich ontwikkelde. Het duurde echter tot de jaren 1960 voordat de hedendaagse behandeling van dwangstoornissen ontstond: exposure en responspreventie.
Joost van der Gaarden onderzocht in de Nederlandse kranten en dagbladen van 1892 (ongeveer het eerste moment dat men in de kranten spreekt over fenomenen die raken aan dwangstoornissen) tot aan 1966 hoe men schrijft over dwangstoornissen. Hij deed dit door met de Ngramviewer tool van de Koninklijke Bibliotheek te zoeken op termen die raken aan de dwangstoornis: ‘dwanggedachte(n)’, ‘dwangvoorstelling(en)’, ‘dwanghandeling(en)’, ‘dwangneurose(n)’, maar ook ‘psychasthenie’.
Voor iedereen die geïnteresseerd is in OCD, stigma en geschiedenis is deze discoursanalyse zeer zeker de moeite waard om te lezen.