Op deze pagina
Inhoudsopgave

Regelmatig voorkomende comorbide aandoeningen bij OCD:

Angststoornis

Ongeveer 50% van de mensen OCD heeft ook één of meerdere angststoornissen. Bij de meeste mensen met dwang staat de dwangstoornis op voorgrond.

De meest voorkomende angststoornissen die naast dwang voorkomen, zijn de sociale fobie, paniekstoornis, een specifieke fobie, gegeneraliseerde angststoornis en posttraumatische stressstoornis (PTSS). De psychologische behandeling van angststoornissen bestaat in de meeste gevallen uit cognitieve gedragstherapie (CGT). Naast CGT is medicamenteuze behandeling een optie. Vaak wordt er dan een antidepressivum voorgeschreven.

Sociale fobie

Ongeveer 45% van de mensen met dwangstoornis heeft ook een sociale fobie.
Sociale angst betekent duidelijke en aanhoudende angst voor situaties waarin men sociaal moet functioneren. Er is in hoge mate angst in sociale situaties en/of er is sprake van vermijdingsgedrag. Bij een sociale fobie ligt eenzaamheid op de loer.

Paniekstoornis

Een paniekstoornis met of zonder vermijdingsgedrag komt voor bij circa 34% van de mensen die ook lijden aan OCD. Er zijn bij een paniekstoornis terugkerende, onverwachte paniekaanvallen. Een paniekstoornis veroorzaakt meestal angst voor de angst; ongerustheid over het krijgen van een volgende aanval en/of bezorgdheid over de consequenties van de aanval en/of t.a.v. het eigen gedrag gedrag tijdens een angstaanval.

Specifieke fobie

Bij ongeveer 44% van de mensen met OCD zie je ook een specifieke fobie.
Bij een specifieke fobie heb is er een duidelijke, aanhoudende, overdreven angst voor een specifiek voorwerp of situatie, zoals bijvoorbeeld vliegen, hoogten, dieren, een injectie krijgen of overgeven

Gegeneraliseerde angststoornis (GAS)

Buitensporige angst met betrekking tot een aantal gebeurtenissen en activiteiten is een gegeneraliseerde angststoornis. Deze komt bovengemiddeld vaak voor bij mensen met OCD.

Posttraumatische stressstoornis (PTSS)

Angst, hulpeloosheid of afschuw na een traumatische gebeurtenis komt vaker dan gemiddeld voor bij mensen die ook OCD hebben.

Obsessieve Compulsieve Persoonlijkheidsstoornis (OCPS)

OCPS is een afkorting van obsessieve compulsieve persoonlijkheidsstoornis en komt soms ook samen voor met een dwangstoornis.

Mensen met deze aandoening hebben een grote behoefte aan controle en stellen extreem hoge eisen aan zichzelf. Algemene inflexibiliteit staat op de voorgrond door een sterke focus op het naleven van regels, perfectionisme en overmatige ordelijkheid. 

De wens om alles goed en netjes te doen maakt deel uit van het karakter: “Het voelt zo, ik ben zo.” Dit noemen we egosyntoon. Omdat iemand het als “eigen” beleeft, worden de problemen vaak lange tijd niet herkend.

Vaak begrijpt iemand met OCPS niet goed waarom anderen zo nonchalant met dingen om kunnen gaan en begrijpt de omgeving niet waarom alles zo precies op één manier moet. Mensen met OCPS kunnen zich daardoor erg eenzaam en onbegrepen voelen maar ook een wens voelen om vrijer te kunnen zijn en dingen te doen omdat het leuk is en niet omdat het moet of zo hoort.

OCD of OCPS?

In vergelijking met OCD is er bij OCPS meer sprake van rigiditeit dan compulsiviteit. Er is geen besef dat de strakke regels in de ogen van veel anderen overdreven of onnodig zijn. Streven naar perfectie, volledigheid of zekerheid bij OCD worden als egodystoon beleefd. Perfectionisme bij OCPS wordt meer uitgeleefd dan beleefd als innerlijke onrust en is meestal egosyntoon. Als zaken kunnen worden uitgevoerd volgens de strakke regels dan is iemand in principe tevreden, maar het is voor de omgeving belastend.

DSM-IV-TR

Een diepgaand patroon van preoccupatie met ordelijkheid, perfectionisme, beheersing van psychische en intermenselijke processen, ten koste van soepelheid, openheid en efficiëntie, beginnend in de vroege volwassenheid en tot uiting komend in diverse situaties, zoals blijkt uit vier (of meer) van de volgende kenmerken:

  • is gepreoccupeerd met details, regels, lijsten, ordening, organisatie of schema’s, wat zo ver gaat dat het eigenlijke doel uit het oog verloren wordt;
  • toont een perfectionisme dat het afmaken van een taak bemoeilijkt (bv. onvermogen iets af te maken omdat het niet aan de eigen overtrokken eisen voldoet);
  • is overmatig toegewijd aan werk en productiviteit met uitsluiting van ontspannende bezigheden en vriendschappen (niet te verklaren door een duidelijke economische noodzaak);
  • is overdreven gewetensvol, scrupuleus en star betreffende zaken van moraliteit, ethiek of normen (niet te verklaren vanuit culturele of godsdienstige achtergrond);
  • is niet in staat versleten of waardeloze voorwerpen weg te gooien, zelfs als ze geen gevoelswaarde hebben;
  • is er afkerig van taken te delegeren of om met anderen samen te werken, tenzij dezen zich geheel onderwerpen aan zijn manier van werken;
  • heeft zich een stijl van gierigheid eigen gemaakt ten aanzien van zichzelf en anderen; geld wordt gezien als iets dat opgepot moet worden voor toekomstige catastrofes;
  • toont starheid en koppigheid.

Impulscontrolestoornis (ICS)

Mensen met een impulscontrolestoornis (ICS) hebben minder vermogen om een impuls, drang of verleiding te weerstaan. Dit is schadelijk voor de persoon zelf of voor anderen. Impulscontrolestoornissen komen in het algemeen relatief vaak voor.
Veel voorkomende IC’en:

  • intermitterende explosieve stoornis
  • kleptomanie
  • pyromanie,
  • pathologisch gokken
  • trichotillomanie
  • ICS ‘niet nader omschreven’ (NOS). Tot deze laatste rekent men
    • compulsief seksueel gedrag
    • dwangmatig koopgedrag
    • problematisch internetgebruik
    • dwangmatig huidplukken

Somatisch-symptoomstoornis

Bij een somatisch-symptoomstoornis bestaan langere tijd onverklaarbare lichamelijke klachten zoals pijn of uitvalsverschijnselen. Onverklaarbare lichamelijke klachten komen regelmatig voor bij mensen die veel last hebben van stress of angst. Ook bij OCD zie je vaker dan gemiddeld onverklaarbare lichamelijke klachten. Soms is er wel een medische oorzaak, maar vormt die geen verklaring voor de ernst of duur van de klachten. Dat er geen lichamelijke oorzaak wordt gevonden, wil niet zeggen dat die er niet toch is. Mensen schamen zich vaak voor hun klachten en ervaren vaak maar weinig begrip van hun omgeving. Mensen met OCD schamen zich vaak ook al voor hun dwangklachten.

Autismespectrumstoornis (ASS)

Bij autismespectrumstoornissen (ASS) passen gedragingen die je ook ziet bij OCD. Namelijk:

  • Rigiditeit/stereotype gedrag
  • Obsessieve traagheid
  • Stereotype gedragingen of interesses

Het onderscheid tussen rigide of stereotype gedrag en een dwanghandeling is niet altijd scherp te maken. Lees de voorlopige resultaten van een systematische review m.b.t. de behandeling van obsessief compulsieve stoornis bij kinderen en volwassenen met een autisme spectrum stoornis.

Depressie

De prevalentie van depressie is bij mensen die lijden aan een obsessieve compulsieve stoornis verhoogd.

ADHD

OCD kan ook samen voorkomen met ADHD.