Skip to main content

Waarom denk ik zulke vreselijke dingen?

Weleens geprobeerd voor de spiegel je haar te knippen? Je hand gaat dan steeds net de andere kant uit dan zou moeten.

Wat met de hand gebeurt als je voor de spiegel staat, gebeurt met onze gedachten voortdurend. Wil je ergens niet aan denken dan wordt je ernaar toe gezogen. Maar als je je ergens wél aan wilt denken dan dwalen je gedachten alle kanten uit.

Over het algemeen geeft dat geen grote problemen. Maar bij de dwangstoornis soms wel. Als er sprake is van obsessieve intrusies. Dat klinkt ingewikkelder dan het is. Ik zal het uitleggen.

Intrusies

Intrudere betekent binnendringen en dat geeft precies aan wat er aan de hand is.
Er dringt een beleving in het bewustzijn die ervaren wordt als ongewenst en als niet eigen. Het betreft gedachtes, voorstellingen, beelden of impulsen met agressieve, zelfdestructieve, seksuele, racistische of godslasterlijke inhoud.

Ik noem een paar voorbeelden: je vingers in het stopcontact steken of je hand in een cirkelzaag doen (een draaiende!), mensen in het kruis grijpen, mensen likken, voor de trein duwen, over de reling springen, een baby uit het raam gooien, seks met kinderen, met dieren, iemand een glas in het gezicht duwen, gore taal uitslaan, je broek naar beneden doen in het openbaar, denken “ik wou dat oma doodging”, “kreeg mijn vader maar kanker”, “vuile rotturk”, “God is een vieze klootzak” etc.

Voor wie nog niet genoeg heeft: in het boek Het duiveltje van de geest van Lee Baer staat een lijst van 94 voorbeelden.

Niet eigen

Mensen kunnen vaak een goed onderscheid maken tussen belevingen die ze hebben en waar ze ook niet zo trots op zijn maar die ze wel als eigen ervaren in tegenstelling tot deze wezensvreemde belevingen.
Een man die veel last had van seksuele intrusies verwoordde het als volgt: “Ik heb zeker ook wensen, gevoelens, verlangens en impulsen waar ik niet trots op ben, maar die wel degelijk van mij zijn maar dit is niet mijn eigen ‘vuiligheid’”.

In de psychoanalytische theorie werden intrusies wel gezien als verdrongen wensen en impulsen. Deze benadering werkt averechts en is onjuist.
De meeste mensen hebben wel intrusieve gedachtes maar bij dwangpatiënten veroorzaken ze vaak ernstige onrust en ook diepe schaamte. “Wat bezielt mij om dit te denken?” Het is niet bekend of dat komt omdat de gedachtes krachtiger zijn of omdat er krampachtiger op wordt gereageerd. Wél is bekend, dat het tegengaan of neutraliseren van dit soort gedachtes ze juist versterkt.

Door je heen laten gaan

Het beste zou zijn als deze gedachtes ongehinderd door je heen flitsen. Het ene oor in en het andere oor uit als het ware. Als angst of weerzin deze ongehinderde doorgang door het bewustzijn bemoeilijkt, blijven ze voortdurend kwellend aanwezig.

Een goed begrip van wat een intrusie eigenlijk is, kan helpen er minder verkrampt op te reageren. Het zijn geen verborgen geheime wensen! Je kunt het zien als een stoorzender zoals je vroeger wel op de radio had. Je luisterde naar je eigen zender en opeens kwam er een rare (in mijn jeugd een Russische) buitenlandse zender doorheen. Zo moet je het zien, als ruis, niet je eigen muziek. Als losse gedachtenflarden. Maar waarom hebben we die dan?

Stel je voor

Er gaat voortdurend van alles in ons om waarvan we ons niet of nauwelijks bewust zijn. Daar zitten óók gedachtes bij die juist het tegendeel zijn van wat je wilt. Als we iets kwetsbaar vasthebben dan kan de beleving van gevaar worden geactiveerd: o jee, stel je voor dat ik het zou laten vallen. Stel je voor dat ik over de reling spring. Stel je voor dat ik zomaar iemand steek met een mes.

Die voorstelling dient eigenlijk als een soort waarschuwing om extra voorzichtig te zijn: “Pas op! Niet over de reling springen! Niet iemand voor de trein duwen!” In een column in het tijdschrift van de ADF stichting zegt professor Frits Boer: “Je moet dit soort intrusies eigenlijk omkeren. Wat ze brengen, wil je juist niet”.

Niet wegduwen maar opblazen

Je kunt proberen deze gedachtes van hun beschamende, verontrustende kant te ontdoen door dit besef. Het zijn losse flarden, geen verborgen wensen, niet je eigen muziek, stoorzenders, ruis. Iedereen heeft die wel eens heeft en jij misschien wat meer dan een ander. Soms helpt dit genoeg om er geen aandacht meer aan te besteden.

Wat in elk geval niet helpt, is ze weg te duwen. Als er geen aandacht aan besteden niet lukt, kun je proberen ze op te zoeken en soms zelfs uit te vergroten. Opblazen als het ware. Je gaat je intrusie juist helemaal uitwerken. Of je denkt aan de vreselijkste dingen die je maar kunt bedenken. Je stelt je bijvoorbeeld voor dat je juist allemaal mensen voor de trein duwt.

Het is net als met spoken. Als je de moed vindt je om te keren in plaats van weg te rennen en je kijkt er goed naar, dan is het niet meer dan een laken met lucht. Spoken zweven boven de grond. Ze hebben geen voeten in de aarde. Het zijn mistige nevels, die niet echt een afdruk achterlaten in de aarde. Het heeft eigenlijk niks om hakken.

Hulp zoeken?

Het advies hierboven hoe ermee om te gaan, geldt natuurlijk alleen als je weet dat het obsessieve intrusies zijn.
Lee Baer noemt in zijn boek “Het duiveltje van de geest” nog meer nuttige tips. Maar hij noemt ook een paar situaties waarin je niet alleen zonder hulp aan de slag moet gaan. Sowieso is het vaak beter bij meer uitgesproken obsessieve intrusies hulp te zoeken. Zeker als het al langer duurt.

Dus van je intrusies moet je je niks aantrekken en met je dwanghandelingen moet je stoppen. Makkelijk gezegd, maar moeilijk gedaan. Om erachter te komen hoe je dat voor elkaar krijgt is er nogal eens professionele hulp nodig. Dan nog is het niet altijd eenvoudig, maar met goede hulp is vaak zeker verbetering te bereiken.

Schaamte weerhoudt mensen er vaak van om hulp te zoeken. Begrijpelijk, maar wacht alsjeblieft niet te lang. Dwang gaat niet vaak vanzelf over. Hoe langer je het probleem probeert op te lossen door deze gedachten tegen te gaan, hoe sterker ze worden.

Michiel

Elke goede behandelaar zal direct herkennen dat het obsessieve intrusies zijn en kijkt er helemaal niet raar van op. Ik merk vaak dat het een enorme opluchting is te horen dat het een heel bekend verschijnsel is, dat er méér mensen zijn die er last van hebben en dat het géén eigen wensen zijn, maar stoorzenders.

Op onze website vind je een lijst van gespecialiseerde behandelcentra en ook patiëntenvereniging ADF stichting (Angst, Dwang en Fobie) kan je verder helpen.

Iemand die de stap heeft durven zetten om hulp te zoeken en er openlijk voor uit te komen door zélfs mee te werken aan het televisieprogramma “Levenslang Met Dwang” is Michiel. Lees zijn gastblog Met het mes op de keel voor een kijkje achter de schermen.

Menno Oosterhoff