Je baby uit het raam gooien

Vanochtend reed ik bij het passeren van een wegafzetting naar de verkeersregelaar toe die het tegemoetkomende verkeer tegenhield. Ik zag hem op de rug. Even flitste de gedachte door me heen om vol op hem in te rijden. Ik zag hem al over de motorkap rollen. Voor de goede orde. Ik ben geen gewelddadig mens. Ik heb niks tegen verkeersregelaars. Ik was niet gehaast of geĆÆrriteerd. En er is niks gebeurd.

Onschuldig

De meeste mensen hebben wel eens zulke gedachten. Gedachten over iemand voor de trein duwen, je hand in de draaiende cirkelzaag steken, mensen in het kruis grijpen, over de balustrade springen.1 Het zijn onschuldige gedachten of beter gezegd: het is onschuldig zulke gedachten te hebben. Het zijn geen verborgen wensen of verlangens die door onze psychologische afweer heen breken. Het zijn geen impulsen, maar voorstellingen van impulsen. Ze zijn het best op te vatten als waarschuwingen voor dingen die je niet moet doen. We noemen het intrusies: indringende gedachten.2

De meeste mensen laten dergelijke intrusies ongehinderd door zich heen flitsen, maar sommige mensen kunnen er erg onder lijden. We weten niet of dat komt doordat zij ze vaker of sterker hebben of doordat ze er verkrampter op reageren. We weten wel dat het er niet beter op wordt als je iets per se niet mag denken.

Denk de komende minuut per se niet aan roze olifanten. U zult zien, dat dat niet lukt. Bij sommige mensen worden de intrusies een obsessie. Ze kunnen het niet van zich afzetten. Ze gaan daardoor erg aan zichzelf twijfelen: Wat ben ik voor iemand dat ik dit denk of wil? Ze worden bang dat ze het echt gaan doen en gaan situaties vermijden, nemen allerlei voorzorgsmaatregelen of denken er eindeloos over na hoe ze het kunnen voorkomen of de voorstellingen kunnen kwijtraken – vaak uren per dag. Dit zijn (mentale) dwanghandelingen – compulsies.

Perinatale OCD

Deze vorm van de dwangstoornis, de obsessieve compulsieve stoornis (met de Engelse afkorting OCD) kan bijzonder kwellend zijn. Dat geldt ook zeker voor een variant ervan: de obsessieve intrusie over je baby iets aandoen. Dit wordt wel perinatale, postnatale, postpartum of maternale OCD genoemd. Die laatste naam doet geen recht aan het feit dat het ook bij vaders kan voorkomen. Er is sprake van indringende voorstellingen over je kind uit het raam gooien, de keel doorsnijden of opzettelijk van de trap laten vallen. Met perinatale OCD kan ook obsessieve bezorgdheid over of obsessieve verantwoordelijkheid voor het welzijn van de baby bedoeld worden.

Ik moet erkennen dat ik niet veel patiƫnten gezien heb met dit beeld. Dat komt ook, omdat mensen wel uitkijken hierover te praten en er hulp voor te zoeken. Ze begrijpen zelf niet wat er aan de hand is, schamen zich verschrikkelijk en zijn bang dat hun kind bij hen vandaan wordt gehaald. Dat laatste is niet denkbeeldig, omdat bij een andere psychische aandoening, de postpartumpsychose, heel soms een moeders helaas wel haar kind iets aandoet.

Als je te maken hebt met iemand met een obsessieve angst om iets vreselijks te doen, dan is het moeilijk als professionals niet mee te gaan in die twijfel, zeker bij dit soort intrusies. Toch is het van essentieel belang, dat je als behandelaar uitstraalt dat er niks gaat gebeuren.

Meer bekendheid nodig

Een OCD-expert die honderden vrouwen met perinatale OCD heeft gezien, vertelde dat hij nog nooit had meegemaakt, dat iemand werkelijk overging tot handelen. Datzelfde staat ook op de website van de Amerikaanse OCD-stichting (IOCDF). De behandeling van een perinatale OCD is dus heel anders dan van een postpartumpsychose. Waar bij een psychose toezicht houden op de moeder nodig is, werkt dit bij een perinatale OCD juist averechts. Het is dus belangrijk een goed onderscheid te maken. Daarvoor is echter eerst nodig dat mensen überhaupt op de hoogte zijn van het bestaan van deze vorm van de dwangstoornis. De IOCDF geeft veel informatie in dit vertaalde artikel. In Engeland is zelfs een aparte stichting, voor deze problematiek. Maar in Nederland is nog erg weinig. Hoog tijd dat er ook in Nederland meer bekendheid komt over deze aandoening. Deze blog is daartoe een aanzet.

We zullen vanuit het OCD Netwerk ook meer aandacht hieraan besteden. Verhalen van mensen die dit zelf (hebben) moeten ervaren en er open over durven zijn, zijn daarbij van harte welkom. Dat mag ook anoniem. Wij kunnen helpen bij het schrijven van een blog voor onze website.

Photo credit:Ā andreapassaro via Pixabay (license) – adaptation

Gepubliceerd opĀ Medisch ContactĀ op 9 oktober 2015.

Reacties

Laat een reactie achter

Dit bericht heeft 7 reacties

  1. Maaike van der Linde-Kamphuis

    Zelf heb ik na de geboorte van beide kinderen een postpartum depressie gehad, waarbij ik ook last kreeg van deze nare gedachten. Ook ben ik bekend met dwang, want daar heb ik al sinds mijn elfde jaar mee te dealen. Ik vraag me af, of deze gedachten direct als dwanggedachten bestempeld moeten worden. Bij mij zijn ze vanzelf weggegaan, toen de postpartum depressie opklaarde. Helaas gebeurde dit niet met mijn andere dwanggedachten, waar ik heel veel behandeling voor heb gehad.
    Ik weet ook van vrouwen met een PPD, dat ze last hadden van deze gedachten. Deze vrouwen hadden geen dwang. Ook bij hen vervaagden de gedachten bij het verbeteren van de stemming. Ik ben van mening, dat we niet te snel moeten spreken van dwanggedachten in dit geval, zeker omdat men vaak geen behandeling nodig heeft om deze gedachten weer te laten verdwijnen.

    1. Menno Oosterhoff

      Beste Maaike, Dank voor je aanvulling en nuance..
      Ik denk wel dat je een intrusieve gedachte, die zich opdringt wel als dwanggedachte kunt benomen, als het storend aanwezig is, ook als het is in het kader van een depressie. Maar de aanwezigheid van dwanggedachten betekent nog niet dat je meteen van een OCD moet spreken. Dat doe je pas als de problematiek zodanig is dat het echt het welbevinden of functioneren verstoord en als andere diagnoses niet voldoend al de klachten verklaren.
      Goede diagnostiek blijft zeker belangrijk.

  2. Chiara

    Het opblazen van angstgedachten intrussies helpt echt.Ik heb er zelf na de bevalling last van gehad.Toen ik alles onder ogen zag en zelfs t opblies zoals Menno zegt was t weg
    Ik wist heel goed dat t niet echt was.T is ook nooit meer teruggekomen

    1. Menno Oosterhoff

      Dank je voor je reactie. Mooi, dat het bij jou gewerkt heeft en dat je er geen last meer van hebt gehad.

  3. Beste mensen, ik ben vader van vijf prachtige dochters … helaas had ik gedurende hun hele jeugd ( tot een jaar of 14) de verschrikkelijke gedachte hun te gaan vermoorden …. Pas op mijn 45e heb ik hiervoor hulp gezocht … Toen de kinderen volwassen werden ebde de gedachten vanzelf weg … Zij waren niet langer afhankelijk en kwetsbaar … Naast het feit dat ik hiernaast nog veel meer psychische problemen ondervond (schizofrenie en DIS) werd ik rustiger omdat de meest kwellende gedachten minder voorkwamen … Helaas begon alles weer van voren af aan toen er kleinkinderen kwamen …

  4. Menno Oosterhoff

    Beste Mathisse
    Wat dramatisch dat de dwang je zo gekweld heeft en het plezier in je kinderen heeft belast en dat het nu weer terug komt. Misschien toch weer hulp zoeken?
    Sterkte.

  5. Menno Oosterhoff

    en nog aanvullend erop. Bij http://www.OCDcafe.nl kun je in contact komen met mensen met vergelijkbare eravringen. Er is een whatsappgroep ”nare voorstellingen’ en er zijn digitale bijeenkomsten